‘Eigenlijk is alles klaar,’ zei ik tegen mijn (toen nog) partner op kerstavond ‘23. ‘Alles wat ik wilde doen in dit leven, alles waar ik van gedroomd heb, is gedaan of afgerond. De reizen zijn gemaakt, de studies gedaan, de boeken zijn geschreven, de schilderijen zijn geschilderd, ik heb twee kinderen zo goed mogelijk door de eerste 7 jaar van hun leven geloodst. Ik heb alles gedaan. Als ik morgen omval zeg dan alsjeblieft niet dat het te vroeg was, dat ik nog zoveel te doen had, of dat ik zo onvervangbaar ben voor de mensen om me, want dat ben ik niet. Mijn vrienden zouden nieuwe vrienden maken, mijn team zou een nieuwe collega kiezen, jij zou een andere partner vinden, en eigenlijk ben ik alleen in mijn moederrol onvervangbaar. En heel eerlijk, ook maar tot op zekere hoogte, want ik weet uit eigen ervaring dat je doorgaat en toch weer gelukkig wordt als je moeder overlijdt.’ 

Het was alsof ik een grote leegte instapte. Een leegte waarin ik niks meer hoefde en nergens nodig was.  

Dat voelde onwennig. Ik had geen pad meer voor me, geen doel. De bestemming was bereikt. Maar ik was niet aan het einde van mijn leven, maar pas halverwege. Dus wat nu?  Wat doe ik met de rest?   

Nieuwe doelen verzinnen? Weer een rat-race naar een nieuwe top?   
Nee dank je!   

Maar wat dan wel?   

De ironie wil dat wat ik dacht dat een hele rustige, kalme tijd zou zijn waarin ik zou ontdekken wat en wie ik wilde zijn, het heftigste jaar van mijn leven is geworden. Inclusief een scheiding, een verhuizing en het risico om de belangrijkste relaties uit mijn leven permanent te beschadigen.  

Ik vraag me steeds af, of het ene met het andere te maken heeft? Heb ik ergens in die tijd onbewust vastgesteld dat ik ondanks al die vinkjes op de to-do lijst toch niet gelukkig was en er dus iets moest veranderen? Heeft de ruimte die plots ontstond voor een verschuiving gezorgd die er niet geweest was als ik niks had bereikt? Misschien probeer ik losse elementen met elkaar te verknopen terwijl ze eigenlijk niet veel met elkaar te maken hebben.  

In ieder geval zijn het beide elementen geweest die me dichter naar mijzelf hebben gebracht. Ik heb ontdekt dat ik ook kan bestaan als ik niet naar iets streef of even niks schrijf of schilder. Dat werken leuk kan zijn ook al weet ik dat mijn studenten van een andere docent evengoed kunnen leren. Moeder zijn vind ik leuker nu ik met ze speel omdat het gezellig is, in plaats van nodig. En mijn Social Media feed is nu een plek waar ik me vermaak met de creatieve uitspattingen van anderen in plaats van een plek waar ik afgustig kijk naar hoe anderen meer en beter presteren dan ik.  

En ondertussen ontwikkelen er toch weer projecten. Dingen die ik oprecht leuk vind om te doen. Soms voel ik me nog even ouderwets opgejaagd om iets te presteren en moet ik mezelf eraan herinneren dat dat niet hoeft. Dat niemand er op zit te wachten. Dat ik echt geen haast hoef te  maken. Maar in plaats van angst voel ik dan vooral rust. En een dag later weet ik vaak niet meer waar ik me eigenlijk zo druk over maakte.

Het is een wonderlijk soort vrijheid waarvan ik voorheen gedacht zou hebben dat het ambitie loos en dus totaal oninteressant zou zijn. Maar ik voel me vrij en zonder de druk, opmerkelijk licht.  

Discussion

Leave a reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.